GPS ("Global Positioning System") is min of meer een broertje van internet: een vinding van het Amerikaanse leger, bedoeld om wereldwijd nauwkeurige plaatsbepaling te kunnen doen. Hiervoor gebruik je een GPS-apparaat, zoals een navigatiesysteem in de auto of boot, of een portable navigatiesysteem te voet, of natuurlijk onversmadelijke oplossingen als een PDA met GPS-uitbreidingen. Het GPS-apparaat meet de afstand van drie satellieten die bij GPS horen, terwijl het systeem continu de positie van de satellieten in de gaten houdt. Als je weet wat je afstand van de drie satellieten is, en je weet waar deze drie zich bevinden, kun je uitrekenen waar je zelf bent. Of je laat het je navigatiesysteem doen. "Normale" GPS-units zijn op ongeveer 15 meter nauwkeurig. Naar het schijnt, beschikt het Amerikaanse leger intussen over units die op minder dan 1 (één!) centimeter nauwkeurig zijn. Het spreekt voor zich, dat slimme computers met dito digitale kaarten van steden je de weg kunnen wijzen in die steden. En voilà: een navigatiesysteem dat de hele weg zijn mond niet kan houden!
|