Steeds meer mensen hebben een thuisnetwerk van computers. Dat wil dus zeggen dat bij steeds meer mensen meer dan één computer in huis staat. Om bestanden en printers over en weer te kunnen delen en samen te kunnen internetten, heb je een thuisnetwerk nodig. Centraal knooppunt hierbij de je switch of je hub. Deze twee apparaten doen ongeveer hetzelfde, waarbij de switch de meest intelligente en snelle oplossing is. De basis is simpel: om alle computers in een netwerk met elkaar in verbinding te stellen, hebben ze een ontmoetingsplaats nodig. Dit is dus bijvoorbeeld een hub. Een hub is een simpel ogend apparaat, met achterop een aantal netwerkaansluitingen, en voorop een gelijk aantal stel lampjes. Je prikt één van een "straight" netwerkkabel in de netwerkkaart van je computer en de andere kant in de hub. Dit herhaal je voor alle computers die je op je netwerk wilt aansluiten. Op iedere computer kun je nu instellen dat je bepaalde mappen wilt delen. Wanneer je meerdere Apple-computers in een netwerk hebt, gaat dit makkelijk via AppleTalk. Wanneer je meerdere Windows-computers in een netwerk hebt, kun je via de "Eigenschappen" van een harde schijf aangeven of je de schijf wilt delen. Ook het delen van een internetverbinding is makkelijk geregeld via een switch. Je hebt dan echter wel een modem nodig die als router kan dienen, of je moet een aparte router aanschaffen. In beide gevallen is het standaard gratis USB-modem geen optie: kies liever een Ethernet-modem.
|