Ethernet is de meest voorkomende manier om computers met elkaar te verbinden in een netwerk. Computers die standaard een netwerkaansluiting hebben, hebben een Ethernet-aansluiting. Als je in een "gewone" computerwinkel een netwerkkaart koopt, is dit een Ethernet-kaart. Dit is goed. Hoewel er diverse netwerkkaarten in omloop zijn, komen ze eigenlijk allemaal op hetzelfde neer: een groen printplaatje met daarop een chipset van RealTek. Tussen verschillende merken zijn er dus niet veel verschillen. De meest in het oog lopende verschillen zijn: - De maximumsnelheid waarmee de kaart je computer met een netwerk kan verbinden.
- De optie "wake-on-LAN".
Ad 1: De maximum snelheid wordt uitgedrukt in Mbps (megabits per seconde, alias baud, alias Mbit). Standaard is 10/100 Mbit, wat betekent dat de netwerkkaart bij voorkeur een snelle 100 Mbit-verbinding zal proberen te maken. Lukt dit niet, omdat de rest van het netwerk dit niet kan, dan maakt hij een 10 Mbit-verbinding aan. Dit is in principe snel genoeg voor een standaard-ADSL-verbinding. Ad 2: "Wake-on-LAN" wil zeggen dat je je computer opdracht kunt geven om in actie te komen wanneer via het netwerk hiertoe een signaal wordt gegeven. Dit is vooral handig in grote kantooromgevingen, waar ICT-medewerkers honderden of duizenden computers moeten bijhouden. Thuis heb je er betrekkelijk weinig aan. Het stekkertje dat het meest wordt gebruikt, is een RJ-45. Dit stekkertje lijkt op zo'n klik-stekker die in je thuistelefoon gaat, of op een ISDN-stekker, maar dan breder. Via Ethernet-verbindingen kunnen allerlei netwerktoepassingen worden gebruikt, zoals AppleTalk, diverse internettoepassingen en het delen van printers en bestanden.
|