Schijven van diverse soorten bevatten bestanden. So far so good, iedereen begrijpt dit nog wel. Om informatie op een schijf vindbaar te maken, moet een computer weten waar hij het begin en einde van een bestand moet zoeken. Om dit zoeken mogelijk te maken, moet een schijf volgens een bepaald systeem zijn ingedeeld. Zo'n manier van indelen heet een "bestandssysteem". HFS, HFS+ en andere "FS'en"Apple kent van huis uit HFS (Hierarchical File System) en HFS (Extended Hierarchical File System) voor harde schijven. Onder Mac OS X kun je ook kiezen voor het bestandssysteem van UNIX. Wanneer je OS X over een oudere versie heen installeert, kun je je schijf tijdens het installatieproces laten omzetten, met behoud van gegevens. Persoonlijk vind ik HFS+ goed genoeg. Heel vroeger kende Apple ook MFS (Macintosh File System), maar dat is al jaren in ongebruik. Windows kent voor harde schijven als belangrijkste bestandssystemen FAT (File Allocation Table), FAT32 (32-bits File Allocation Table) en NTFS (NT File System, ooit mee begonnen op Windows NT, vandaar). Mac OS en Windows lusten van oorsprong elkaars bestandssystemen niet. HFS versus HFS+Tot Mac OS 7.5 wordt standaard alleen HFS ondersteund. Latere versies Mac OS bieden ook ondersteuning voor HFS+. Hiermee kunnen bestandsnamen langer zijn dan 31 karakters (inclusief spaties). Hoewel dit erg prettig is zolang je bestanden bewaart op HFS+-schijven, wordt het een probleem als je een bestand verplaatst naar een "gewone" HFS-schijf, of wanneer je met een oudere (lees: antieke) versie Mac OS probeert het bestand te openen. In de meeste gevallen wordt na de eerste paar karakters een onleesbare cijferbrij toegekend, waar een normaal mens niets aan heeft... Een moderner bestandssysteem is voor de doorsnee gebruiker niet altijd zichtbaar aantrekkelijker. In het algemeen betekent een moderner bestandssysteem echter dat je gegevens beter beschermd zijn bij eventuele problemen, makkelijker zijn terug te halen en beter beveiligd zijn tegen ongewenste bezoekers/andere gebruikers van dezelfde computer. Wie nu een nieuwe Mac koopt, heeft een schijf die standaard is ingericht als HFS+-schijf. Laat dat lekker zo. Mocht je een schijf van het ene naar het andere type willen omzetten, dan kan dat onder Mac OS X heel makkelijk met Disk Utility. Naast HFS en HFS+ ondersteunt Mac OS X ook het UNIX bestandssysteem. Dit is een geavanceerd, veilig en relatief stabiel systeem met maar één nadeel: als je ook nog een oudere versie Mac OS op je Apple gebruikt (geen Classic-modus, maar een aparte installatie), zal deze geen toegang kunnen krijgen tot gegevens op zo'n schijf. LET OP: Gegevens op een om te zetten schijf kunnen verloren gaan. Ook kun je het huidige opstartvokume niet omzetten. Deze schijf is tegen dit soort wijzigingen beveiligd! Windows en Mac: two forks or not two forksEr is een belangrijk verschil in de manier waarop Windows en Mac OS bestanden opslaan. Windows slaat alles in een enkel bestand op, Apple maakt gebruik van twee bestanden die bij elkaar horen. Deze twee bestanden heten forks, en er is een data fork en een resource fork. De eerste bevat dezelfde informatie als een standaard bestand onder Windows, de tweede fork bevat zogenaamde meta-informatie: informatie over de data fork. Denk hierbij aan het programma waarmee het bestand is aangemaakt, de persoon die het heeft aangemaakt, enzovoort. Oudere versies Windows, met dito bestandssystemen, snappen deze twee forks niet. Nieuwere versies daarentegen, zijn in staat om de twee forks als één bestand op te slaan. Wanneer een Mac-bestand via een Windows-machine van de ene Mac naar de ander reist, is het daarom verstandig een pc te gebruiken met Windows 2000 of hoger, met als bestandssysteem NTFS. De kans dat je bestand intact op de plaats van bestemming komt is dan het grootst. Lukt dit niet, zorg dan dat je een bestandstype hebt dat geen datafork kent, zoals: De laatste twee archieven zijn met iedere min-of-meer recente versie StuffIt aan te maken.
|