Als mensen het programma zouden opmerken, zouden ze zich waarschijnlijk afvragen wat ze er in godsnaam mee moeten: de Network Utility. Heel in het kort: als je niet degene bent die zich uren bezighoudt met niet-werkende netwerkaansluitingen, gedeelde internetverbindingen die zich maar niet willen laten delen, enzovoort, heb je relatief weinig aan het programma.

De voornaamste functie van het programma is namelijk het testen van de werking van een netwerk, bijvoorbeeld via de PING-functie. Als je een andere computer "pingt", stuur je een signaal naar die computer, waarmee je vraagt: "Ben je daar?" Als die computer in het netwerk aanwezig is, zal hij antwoorden van wel. Omdat ik persoonlijk met netwerkaangelegenheden vaak de pineut ben en problemen mag oplossen, ben ik erg blij dat Apple eindelijk standaard een PING-utility bijlevert. In DOS zit deze funtie al jaren ingebakken, maar Mac-gebruikers moesten een geschikte tool zelf maar opzoeken en downloaden.